All Posts in

mei 30, 2019 - Reacties uitgeschakeld voor De stem van De Voorkamer: Sabawon Karimi

De stem van De Voorkamer: Sabawon Karimi

Sabawon Karimi (16) is een bekend gezicht in De Voorkamer. Samen met zijn ouders en zijn drie broers kwam hij twee jaar geleden vanuit Pakistan naar Nederland en uiteindelijk ook naar Utrecht. Sabawon deelde zijn persoonlijke verhaal over zijn eerste kennismaking met Nederland tijdens verschillende evenementen in De Voorkamer. ‘Als ik Pakistan met Nederland vergelijk, dan is het echt alsof het twee verschillende planeten zijn’. Tim Rijk interviewde Sabawon om meer te weten te komen over wie deze verhalenverteller precies is.

Ik woon samen met mijn ouders en mijn drie broertjes in de wijk Oog en Al. Het is een hele Nederlandse wijk, de rivieren en de kanalen maken het echt heel mooi. En we wonen ook heel dicht bij de voetbalvereniging waar ik lid ben. Daar speel ik samen met veel klasgenoten. Op dit moment ga ik naar 3 HAVO. Dat is een spannend jaar, want volgend jaar moeten we een profiel kiezen en stage lopen. Ik wil graag later iets met informatica doen en heb nu een stage geregeld bij een ICT-bedrijf. Daar wil ik vooral leren hoe een dag er uit ziet voor iemand die in de ICT werkt.

Mijn andere grote ambitie zou zijn om later misschien de politiek in te gaan. Ik kijk veel filmpjes op YouTube van toespraken in de Tweede Kamer. Die vat ik dan samen en daar maak ik dan ook presentaties over die ik aan mijn ouders en mijn broertjes laat zien. We zitten dan met z’n allen in de woonkamer, waarbij ik de presentatie op de grote televisie laat zien. Zodat mijn ouders bijvoorbeeld ook weten wie Geert Wilders en Jesse Klaver zijn en wat zij vinden over Nederland. Dat doen wij allemaal. Mijn broertje vindt bijvoorbeeld astronomie heel interessant en daar maakt hij dan een presentatie over. Zo leren we elke keer weer wat meer van elkaar.

Mijn grote voorbeeld is Malala Yousafzai. Zij komt ook uit Pakistan en heeft de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen voor haar strijd om meisjes naar school te krijgen. Dat is voor mij een grote inspiratie, want het is mijn doel dat er later minder oorlog is in de wereld. En gebrek aan onderwijs is volgens mij de grootste reden dat er oorlog is, want als er onderwijs is dan kan er geen oorlog bestaan. Veel mensen die niet zoveel weten worden slimmer en kritischer als ze onderwijs krijgen en dan gaan ze niet vechten denk ik. Dus Malala doet haar best om zoveel mogelijk mensen naar school willen laten gaan. Daarom lijkt het mij ook mooi om de politiek in te gaan, om zo ook mijn bijdrage te leveren.

Opgroeien op twee planeten
Ik ben opgegroeid in Pakistan in de stad Karachi. Twee jaar geleden ben ik toen samen met mijn familie naar Nederland gekomen. Ik was toen 14 jaar oud. Als ik Pakistan nu met Nederland vergelijk, dan zijn het echt andere planeten: de mensen, de wegen, scholen en steden zijn allemaal echt totaal anders hier dan in Pakistan. Beide landen zijn goed ergens in. Nederland is goed in wegen en in creativiteit en Pakistan is juist goed in eten en zulk soort dingen. Lekker eten is daar gewoon heel belangrijk. Mensen zijn ook veel meer open in Pakistan, ik had ook veel vrienden daar. Een plek waar je geboren bent, daar houd je veel herinneringen aan over. Ik mis dan mijn vrienden en docenten, de wijk waar je opgegroeid bent en vroeger gespeeld hebt.

Eén van de dingen waar ik echt aan moest wennen toen we in Utrecht kwamen wonen is hoe je met de buren omgaat. Hier in Nederland ken ik mijn buren wel goed, maar niet zoals in Pakistan. Als je hier zegt ‘kom eens een keer koffie drinken’, dan maken ze eerst een afspraak om op een later moment een keer langs te komen. Dat gebeurt dan niet spontaan. In Pakistan komen je buren gewoon zomaar, zonder afspraak. Alleen de mensen die van ver moeten komen bellen en zeggen één dag van te voren: ‘wij komen morgen’.

Hoe ga je met mensen om, hoe wonen de mensen hier en wat zijn de buren? Hoe praat je tegen de buren? Hier meer over leren is voor mij echt wat integratie is en dat is echt moeilijk. Al die dingen moet je echt weer opnieuw leren en dat is wennen.

Story walk: ‘Mijn derde dag in Nederland’
Vroeger woonde ik op het AZC aan de Einsteindreef. Op het AZC heb je veel vluchtelingenvrienden en die willen dan ook allemaal de taal leren en kennen daarvoor verschillende organisaties die je daarmee kunnen helpen. Ik had toen gehoord dat je bij De Voorkamer ook Nederlands kon leren. Toen kwam ik hier en trof ik overal hele aardig mensen. Het lijkt echt alsof je thuis bent hier in De Voorkamer. Toen heb ik mensen leren kennen en contact gemaakt, eerst tijdens het Nederlands taalcafé en daarna ook bij andere activiteiten zoals Straffe Koffie en de Story Walk.

De voorbereiding van de Story Walk was niet alleen erg goed voor mijn Nederlands, maar ook om meer te leren over hoe je goed een verhaal vertelt. Ik doe altijd echt mijn best om iets nieuws te leren en bij die cursus heb ik veel geleerd over het opbouwen van een verhaal en beeldend een verhaal laten zien.

Mijn verhaal was een waargebeurd verhaal over mijn derde dag in Nederland. Ik ben die dag samen met mijn broertje naar de Action geweest. Op het moment dat we bij de ingang kwamen wisten we allereerst al niet dat er deuren bestaan die automatisch open gingen. Toen waren wij bij de kassa en was de volgende uitdaging om te betalen. Wij waren namelijk eerst bij een pin kassa en wilden contant betalen. Nadat dat was opgelost hadden wij betaald en toen was het bonnetje een groot probleem, omdat wij natuurlijk nog geen Nederlands spraken op dat moment. Mijn broertje en ik dachten allebei: ‘we hebben betaald, wat wil die vrouw nu? Eigenlijk mogen wij nu toch gewoon naar buiten gaan, toch?’ Maar die vrouw zegt iets tegen mij. Toen zei ik tegen mijn broer: ‘kom, we gaan gewoon naar buiten’. Daar zie je echt aan hoe raar alles is als je net in Nederland bent.

De Voorkamer Radio
Laatst heb ik dit verhaal nog een keer mogen vertellen tijdens De Voorkamer Radio. Daarbij heb ik niet alleen mijn eigen verhaal verteld, maar ook samen met Esther Smeenk een heel uur lang de radioshow gepresenteerd. We hebben toen gasten geïnterviewd, muziek gedraaid van de Culture Shock Avonden en ik mocht zelfs nog aan het einde mijn favoriete nummer draaien (en live meezingen!). Echt een ontzettend leuke ervaring!

[Wil je het verhaal van Sabawon nog een keer terugluisteren en nog meer mooie verhalen uit de Voorkamer horen? Klik hier om De Voorkamer Radio van 15 mei terug te luisteren. Dinsdag 25 juni presenteert onder andere Sabawon weer een nieuwe aflevering van De Voorkamer Radio in samenwerking met Stranded FM!]

Door: Tim Rijk

mei 21, 2019 - Reacties uitgeschakeld voor De stem van De Voorkamer: Yanki Bicakci

De stem van De Voorkamer: Yanki Bicakci

Yanki is a talented musician from Istanbul and a larger than life member of the De Voorkamer community. Having moved to Utrecht to study a masters in Music Design, Yanki has since formed a solo act ‘Yank’ and collaborated with local and international musicians. You have probably seen Yanki play at one of the events at De Voorkamer, or you have been to the exciting new music programme, Culture Shock. Why did he decide to leave busy Istanbul? How did he discover his talent for music and come to be such a large part of the De Voorkamer community? Read on to find out!

What was it like growing up and going to European school in Istanbul?

In Turkey the education system is a bit messed up and if you don’t have money you have to have really good grades. There is an exam you have to take to get in to highschool and if you were not top ten in school you have to go to private school or a bad school. I was not in the top ten. He laughs. There are very posh, expensive Turkish schools and then there are  European schools that are a bit more affordable, I loved the idea of going to a high school where you learn Italian and get to know European culture. I studied in the busy centre of Istanbul.

The best fun was going to school and then with a couple of friends saying ‘we don’t feel like it today right? Let’s just skip. We’d mostly go to Istiklal street, that’s the main street and Taksim Square. In the city there are lots of cafés, bars and restaurants. We’d go there and have long ass breakfasts together and go watch a movie or something.

When did you first realise your passion for music?
I was probably seven when I first started playing drums in school. My primary school was a school where you could choose your own instrument. At the beginning of school, the music teachers would test your hearing and rhythm and then say ‘oh your rhythm sucks, you should play piano’. They said to me ‘oh you have the right to choose because you are good at everything’.

My first band formed when I was fourteen. It was just a cover band that we had, we played Nirvana, Pearl Jam. It was grunge. Then in highschool I had another band and we started writing our own songs. It was rock for sure, quite heavy sometimes but not metal.

There was a lot of passion in it. I can never find the same passion in music these days.

Laughing.

The real passion for me came when I joined a band that I really liked in Istanbul’s alternative music scene. That was when I really understood music was my thing.This band, Nekism, was a music school for me.

For me music isn’t just about exploring my interests, it’s that there are things that I want to express that I cannot just express with words. It is an emotional drive about the need to express yourself somehow. To shout it out with your melodies or your playing attitude.

ln Turkey people who are free thinking and who want to express themselves freely using arts and music always feel suppressed because there is no support and sometimes there is actually the opposite of support. Then the product gets really powerful because that is the only thing that you can hold on to. If it is not allowed then it is more tempting. The apple of Eden. You really want to do it and in order to do it you have to be strong and you have to stick together. Even now Istanbul’s underground scene is really boiling, there are lots of great stuff happening. Impossibilities create a lot better artistic results. Impossibilities create a lot of possibilities.

My last year in Istanbul, I ran a music studio. I rented out the music studio and formed a cult collective around it. I hosted a lot of local and international bands that were in Istanbul to do video sessions. Sometimes in writing to artists that never collaborated before and create something totally new - actually that is something that I am doing at De Voorkamer now.

On leaving Istanbul for Utrecht.

One day I sat and calculated the amount of time I had spent in traffic in the last five years in Istanbul. I don’t remember what it was but it was not days, not even weeks.

I didn’t feel good about myself, I was having a lot of problems with my girlfriend, didn’t know what I was doing in life, I was stuck in traffic, the political situation is suppressing me. That was the year of the Gezi protests. Even those protests didn’t seem to cause a ‘real change’ in the country’s situation. That was the last thing that made me lose hope in Turkey. It’s good for the people who want to stay and try things, but I couldn’t take it anymore.

The first time I came to Utrecht was with my luggage. I really liked Amsterdam, but I had concerns when applying for schools that it was a touristic city and what I’m running away from was crowds right now. One of my friends had been to Le Guess Who? Festival and told me Utrecht is a lovely place.

Every time I go back to Istanbul I feel very pleased. I enjoy seeing friends and family but I don’t feel at home there. That is something I realised recently. In the last couple of months I realised I feel slightly more at home here than back there.

Home is where you feel understood. Home is where you can place your ego amongst the people you see often in your network. Wherever I feel this I can call home.

What is it like to make music in Utrecht?
In the beginning when I was trying to settle here making music was not really possible. I formed a couple of bands. One was called hummus and the other was called Baba Gannus actually. Just for fun. Hummus was this Turkish/Balkan music and baba ganoush is this crazy improvisation band. I thought of creating a collective called the Tahini collective with all the things having Tahini in it.

Now I have my own project called Yank. I am called Yanki actually but since no one can pronounce the i with the dots, it’s become Yank. It is a solo act. I also formed a band in the Netherlands, I really want to tour with them in the Summer. I am constantly working on that as well, while I play drums with an 80’s Libyan disco legend - called Ahmed Fakroun.

How did you become involved in De Voorkamer?
I met Minem, she was working at De Voorkamer and at some point I emailed her and said ‘hey, what is going on at De Voorkamer?, I’d like to be involved as well!’ Not too long later I came up with the idea (of Culture Shock) and emailed Pim about it and we really wanted to realise it. We thought that it’d be nice that there would be a professional music programme at De Voorkamer. It is possible, it is only a matter of talent scouting. We don’t have a lot of money to invite the coolest acts of the world but we have professional eyes to look around for quality acts that are able to perform without a lot of money. We will have a regular programme monthly and every two months we will do a mash up, which will see musicians from different culture backgrounds collaborate together for the first time.

Links:
Yanki’s solo projects
Nekism music
Genetic Choir

By: Aibhilin Ryan

februari 21, 2019 - Reacties uitgeschakeld voor De stem van De Voorkamer: Ghedam Girmay Beyene

De stem van De Voorkamer: Ghedam Girmay Beyene

Een jongeman die met zijn positieve instelling en vlotte babbel altijd mensen bij elkaar brengt. Ghedam (27) is één van de coördinatoren van het Nederlands Taalcafé. Daarnaast is hij op dit moment druk bezig achter de schermen bij Welkom in Utrecht om evenementen met en over de Eritrese gemeenschap op te zetten. Dit alles doet Ghedam uit dank voor alle hulp die hij gehad heeft toen hij hier net aankwam. ‘Ik vind het belangrijk om iets terug te geven aan de gemeenschap en een positieve bijdrage achter te laten’.

Ik hoorde over De Voorkamer ongeveer anderhalf jaar geleden, toen ik in het AZC zat hier in Utrecht. Ik was meteen enthousiast en ik ben diezelfde dag nog langs geweest, tijdens Straffe Koffie. Ik heb zelfs nog leren sjoelen diezelfde avond en voor ik het wist was ik met allerlei projecten aan het meehelpen. Het leren van de Nederlandse taal ging mij best goed af. Toen ik nog in Eritrea woonde studeerde ik maritieme voedseltechnologie. Daardoor ben ik al gewend om veel te moeten lezen en ging het leren van een nieuwe taal mij ook makkelijk af. Veel mensen uit Eritrea die in Nederland komen wonen hebben helaas wat meer moeite met de taal. Bij het Nederlands Taalcafé probeer ik hen daarom te helpen waar het kan. Het is daarbij handig dat ik niet alleen het Nederlands goed begrijp, maar dat ik ook vloeiend Tigrinya spreek. Zo kan ik bijvoorbeeld de Eritreese studenten helpen met het leren van grammatica, wat vaak makkelijker gaat omdat ik het dan in hun eigen taal kan uitleggen.

Van Ghedam, onze nieuwsgierige reporter ter plaatse
Een woord dat mij echt perfect beschrijft is ‘nieuwsgierig’. Ik wil altijd meer weten en stel veel vragen. Door actief te zijn tijdens verschillende activiteiten bij De Voorkamer kan ik mijn nieuwsgierigheid een beetje kwijt. Soms kom ik bijvoorbeeld naar activiteiten waar ik op het begin geen enkel verstand van heb. Voor ik het weet zit ik dan met een groep mensen aan tafel, die allemaal prachtige ideeën hebben. Door veel vragen te stellen leer ik van iedereen een beetje. Een vriendin van mij zij laatst nog dat ik zo vaak vragen stel, dat ik eigenlijk journalist zou moeten worden!

Ook vind ik het nu erg belangrijk om veel meer te lezen over geschiedenis. Bijvoorbeeld over de geschiedenis van andere landen zoals Syrië, België of Nederland. Ik lees nu een boek dat over migranten in Nederland gaat. Hoe is migratie in Nederland begonnen bijvoorbeeld? Daardoor leer ik wat meer over met wie ik woon en hoe andere mensen over migratie denken. Zo begrijp ik de samenleving wat beter. Pas als ik er wat meer over weet heb ik het gevoel dat ik er ook echt over kan oordelen. Ik wil dat ook meenemen als ik in de toekomst hopelijk begin aan een studie culturele antropologie.



De hele nacht dansen bij Yallah! Yallah!
Als ik vrije tijd heb hou ik er echt van om uit gaan in Utrecht. Meestal ga ik dan met mijn broer of met wat Nederlandse vrienden de stad in, om te relaxen in een café. We gaan dan meestal naar een cafétje op het Neude, of dansen bij Tivoli of bij EKKO. Ik vind het leukste om elke avond veel nieuwe mensen te ontmoeten, daar krijg ik echt heel veel energie van.

Toen ik nog in Eritrea woonde was ik niet zo’n heel goede student. Ik hield toen vooral erg veel van gezelligheid en ging in de weekenden daarom vaak ook de stad in om met vrienden wat te drinken. Echt heel hard studeren kwam er toen dus niet van. Gelukkig woonde ik dicht bij een hele gezellig stad die Massawa heet, waar je leuke cafétjes had. Daar waren ook veel feestjes en dat is toen een belangrijk deel van mijn studententijd geweest.

Het beste feestje in Utrecht vind ik toch wel Yallah! Yallah!. Dat is het feest in EKKO dat in samenwerking met De Voorkamer wordt georganiseerd. Dit voelt elke keer een beetje alsof het een soort familie-avond is. Iedere keer kom je er weer bekende gezichten tegen of leer je leuke nieuwe mensen kennen. Er wordt constant gelachen en de muziek is zo vrij dat iedereen de hele nacht aan het dansen is.

Niet alleen leren, maar ook de gemeenschap leren kennen
Ook vind ik het ontzettend belangrijk om zoveel als mogelijk behulpzaam te kunnen zijn. Dat ben ik niet alleen maar tijdens het Taalcafé, maar ook buiten De Voorkamer. Zo heb ik vandaag nog een afspraak met iemand zonder verblijfsvergunning, die ik help in de bibliotheek met Nederlands leren. Voor mij is taal heel erg belangrijk. Toen ik net in Nederland was hebben onder andere de Taalcafé’s in De Voorkamer en dat van Welnu mij erg veel geholpen om snel mijn Nederlands te verbeteren. Verder waren er ook nog verschillende taalcoaches die gelijk voor mij klaarstonden om te helpen. Daarom vind ik het ook belangrijk om nu wat terug te kunnen geven aan anderen, zodat zij minstens zoveel hulp kunnen krijgen als ik toen kreeg. Dat doe ik met alle liefde en daar krijg ik ook altijd veel energie en een goed gevoel van.


Toen ik net in Nederland was concentreerde ik mij maar op één ding: zo snel mogelijk de taal leren. Het enige waar ik mee bezig was waren de nuttige dingen, ik wilde zo snel mogelijk alles weten over de taal. In Eritrea was ik ook gewend dat leren alleen maar een uitdaging moest zijn. Dat verwachtte ik toen ook bij het Nederlands Taalcafé, gewoon nog meer school eigenlijk maar dan in de avond. Maar in Nederland werkt dat niet zo heb ik geleerd, de manier waarop je leert is hier echt anders. Ik kan veel dingen leren door spelletjes spelen, of door gewoon te praten met mensen, op een makkelijke en gezellige manier. Leren is daarom voor mij niet alleen maar naar school gaan, maar ook de gemeenschap leren kennen. Dat komt voor mij allemaal perfect samen in het helpen bij De Voorkamer.

Door: Tim Rijk

juli 5, 2018 - Reacties uitgeschakeld voor De Stem van De Voorkamer: Aziz Kawak

De Stem van De Voorkamer: Aziz Kawak

Deze jongeman zet zich graag voor een ander in en stelt met zijn camera situaties aan de kaak en vraagt daarmee aandacht voor belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Aziz Kawak (19) is vastberaden om persoonlijke verhalen te vertellen van mensen die daar zelf niet tot in staat zijn, om hen te helpen door deze verhalen aan een groot publiek te openbaren. In dit artikel staat zíjn verhaal centraal, dus lees snel verder over de hobby's en dromen van deze talentvolle jongen!

Via de Facebookpagina van New Neighbours kwam ik een oproep van De Voorkamer tegen; er werden nieuwe projecten gestart. Ik gaf mij hiervoor op om meer Nederlands te spreken en nieuwe mensen te ontmoeten, daarnaast hoopte ik als fotograaf iets voor de organisatie te kunnen betekenen. Al snel had ik met Pim besloten een eigen fotoproject te beginnen. Dit werd de reportage ‘Door de ogen van’ waarbij ik mijn ervaring met het azc in Ter Apel met foto’s verbeelde.

In Syrië was ik nog niet zoveel met fotografie bezig, mijn passie hiervoor is pas in Nederland ontstaan. Samen met mijn ouders, broertje en zusje ben ik met een visum naar Nederland gekomen, ik kon dus belangrijke spullen meenemen. Waaronder mijn camera. Omdat ik mij in het azc erg verveelde, begon ik foto’s te maken van alles wat voorbij kwam. Met fotografie kan ik een gevoel overbrengen, een verhaal vertellen. Ik kan mijn visies van situaties op beeld vastleggen, het gaat om mijn kaders en benaderingswijze, politieke en religieuze regels doen er niet toe. Met mijn werk kan ik situaties die ik belangrijk vind, aandacht geven en zo nodig in een nieuw licht zetten.

Reizen voor projecten

Zo ben ik bezig met een nieuw project in Griekenland, ik ga naar een vluchtelingenkamp om te helpen, mijn doel is ook om uiteindelijk een fotoproject te maken. Ik heb geen vooropgesteld plan, maar ga eerst heen om de situatie te bekijken, de mensen te leren kennen, te helpen en om in de community op te gaan en vertrouwen te krijgen van de mensen daar. Ook wil ik kijken wat ik voor hen kan betekenen op de langere termijn, wat zij aan mijn werk kunnen hebben. Veel journalisten en fotografen die voor nieuwsbladen en -sites werken, benaderen zo’n soort situatie als nieuwsitem, waarbij de menselijke waarde vaak wordt vergeten. Ik wil de situatie dichtbij de kijker halen, de persoon achter een vluchteling te vangen in hun blik; een menselijk gezicht geven aan de inwoners van zo’n kamp.

‘In Libanon regisseerde ik mijn eigen project: ik fotografeerde en interviewde vluchtelingen. Dit was een mooi en energiek project’

Later zou ik graag journalistiek willen combineren met fotografie. Documentaire fotografie bijvoorbeeld. Voor mijn opleiding aan de HKU moest ik een paar dagen naar het buitenland om daar werk te maken, ik ben in februari naar Libanon gereisd om daar vluchtelingen te fotograferen. Omdat ik Arabisch spreek, kan ik ook echt op hun situatie en levensomstandigheden ingaan. Naast fotograferen, ging ik ook met ze in gesprek. Mede daardoor was dit een mooi en bijzonder project, ik had volledige regie waaruit ik veel energie haal. Verder ben ik afgelopen winter als vrijwilliger van Live for Lives naar Duinkerken geweest om de schrijnende situatie in het Franse stadje onder de aandacht te brengen. Ik deelde daar spullen uit, sprak de mensen, bouwde een band op met de mensen daar. Vooral de kinderen voelden zich snel vertrouwd bij mij, ik had mijn camera mee op zak en heb een aantal indringende foto’s kunnen maken. Deze foto’s zijn op de site van Vice geplaatst en ook mijn verhaal kon ik hier delen. Dit is een eerste stap en een duidelijk voorbeeld van het combineren van twee disciplines die elkaar versterken in het overbrengen van een verhaal. Na mijn fotografiestudie wil ik een journalistieke master volgen, ik verwacht dat mijn Nederlands dan foutloos genoeg is om aangenomen te worden.

De sfeer op de HKU is heel fijn, ik heb er veel vrienden en het is dan ook vaak gezellig als ik met klasgenoten ben. Soms zelfs te gezellig; dan spreek ik met vrienden af om aan studie te gaan, maar daar komt dan eigenlijk niks van terecht. Op de HKU krijg je veel vrijheid om je eigen stijl te creëren, dat vind ik belangrijk en erg prettig. Wel is het erg kunstig en krijgen we soms opdrachten waarbij het fotografische wordt gekoppeld aan kunst, maar ik heb niet zoveel op met dat kunstzinnige. Wel vind ik het fijn dat je heel vrij wordt gelaten in de opdrachten die je maakt en dat je eigen projecten op kunt starten, zoals toen ik naar Libanon ging.

Waar mijn thuis is

Ik woon samen met mijn ouders, broertje en zusje pal tegenover mijn studiegebouw. Ideaal, maar ik kom soms alsnog te laat, juist omdat het zo dichtbij is. Als mensen mij weleens vragen wat ik van Nederland of Utrecht vind, om er te wonen bijvoorbeeld, moet ik eerst nadenken zoals ieder ander dat zou hebben. Ik voel me hier op mijn plek omdat ik een nieuw leven heb opgebouwd in Utrecht, ik sta er niet meer bij stil dat ik hier ‘nieuw’ ben, maar voel mij onderdeel van geheel. Ik ben er trots op dat ik mij heb kunnen aanpassen en mijn nieuwe leven in Utrecht ben begonnen. Het scheelt ook dat ik ervan houd om nieuwe dingen te leren, en nieuwe culturen vind ik interessant.

Toch blijft Damascus mijn favoriete stad. Ik vind alles mooi aan Damascus, waarschijnlijk omdat het voelt als míjn stad. Waar je opgroeit, blijft door het sentiment dat je eraan ophangt, belangrijk voor je. Ik denk dat veel mensen zich hierin kunnen herkennen, daarom ligt mijn hart nog steeds in Damascus. Utrecht is de stad waar ik mij thuis voel, waarmee ik heel blij ben. Daarnaast heb ik werk en daardoor geld om dingen te doen die ik graag wil, ik heb mijn eigen projecten, leuke vrienden. Dit zijn fundamentele waardes, maar daar gaat geluk niet over. Voor mij zijn de kleine geluksmomenten belangrijk, bijvoorbeeld wanneer de zon schijnt.

‘Tijdens workshops hoop ik kinderen naast de definitie van veiligheid en democratie, ook de waarden ervan uit te kunnen leggen’

Ander fundamentele waarden in Nederland zijn veiligheid en democratie. Democratie is een belangrijk onderdeel van een maatschappij, daarnaast vind ik het belangrijk algemene kennis te hebben over de landelijke politiek. Vorig jaar heb ik mij dan ook voor GroenLinks ingezet en ben ik langs deuren geweest om de partij onder de aandacht te brengen bij mensen. Via een vriendin kwam ik op de hoogte van een vacature bij Stichting Media en Democratie. Ik heb gesolliciteerd en ga – als ik het rustiger heb met studie en werk – beginnen met trainingen om uiteindelijk workshops te gaan geven aan schoolkinderen in Amsterdam over wat vrijheid en democratie betekent. Door mijn eigen ervaringen uit Syrië en nu in Nederland, hoop ik de waarden uit te kunnen leggen en deze begrippen een diepere betekenis te geven dan enkel de definitie van het woord.

 

Door: Esther Koeckhoven

januari 6, 2019 - Reacties uitgeschakeld voor Straffe Koffie: nieuwe buren ontmoeten en oude spelletjes herontdekken

Straffe Koffie: nieuwe buren ontmoeten en oude spelletjes herontdekken

Iedere woensdagavond hangt er een unieke geur in De Voorkamer. Bij binnenkomst ruik je het meteen al: het is de geur van de Arabische of Eritrese koffie waar Straffe Koffie zijn naam aan ontleent. De ene week wordt de Voorkamer door de gemeenschap voor een avond omgetoverd in een Arabisch koffiehuis, en de week erop is het een Eritrees koffiehuis. Op deze laagdrempelige avond komen buurtbewoners samen om bordspelletjes te spelen, een warme kop koffie te drinken en vooral om goede gesprekken te voeren.


Met geconcentreerde gezichten wordt de totale score opgeteld. Zeven schijven in de linker bak, vier en vijf in de middelste bakken en zes in de rechter bak. ‘Je moet proberen om zoveel mogelijk de schijven te verspreiden over de verschillende bakken. Dan krijg je de meeste punten’ legt één van de spelers uit. Iedereen heeft zijn of haar eigen tactiek en manier van spelen, en er worden gretig tips gedeeld met nieuwe spelers. Het spel waar het hier allemaal om draait is niets minder dan traditioneel oudhollands sjoelen.

De concentratie van de sjoelers wordt alleen maar doorbroken door het geluid van de tafel achter hen. Er wordt daar Jenga gespeeld en wanneer de toren uiteindelijk omvalt schrikt iedereen even op.
Tijdens het spelen door worden er uitgebreid verhalen verteld. Zo vertelt Ahmed dat hij een baan aangeboden heeft gehad bij de NS. ‘Ik vind het fantastisch om straks werk te kunnen doen waarbij je echt onder de mensen bent. Gewoon af en toe een praatje kunnen maken vind ik erg belangrijk.’

Eens per twee weken verandert De Voorkamer in een Eritrees koffiehuis. Dit wordt samen met Stichting Mexaena georganiseerd. Halverwege de avond komen er vrijwilligers langs met een groot dienblad, vol met kleine kopjes Eritrese koffie. De koffie wordt speciaal gemaakt volgens Eritrees recept en is bereid in een aardewerk-pot die voor lange tijd op een vuurtje staat te pruttelen. Ibrahim vertelt dat hij speciaal voor de koffie komt. ‘Voor de koffie en voor de gezelligheid. Deze koffie doet me echt weer denken aan hoe de koffie vroeger thuis smaakte’.


Ook benieuwd naar hoe Eritrese of Arabisch koffie smaakt en of jij een nieuw sjoelrecord kan vestigen? Of wil je graag een keer op een laagdrempelige manier bewoners uit de buurt ontmoeten? Kom dan gezellig een keertje langs op woensdagavond bij Straffe Koffie.

Door: Tim Rijk
Foto's door: Fouad Hallak (FB: فؤاد حلاق)

juni 14, 2018 - Reacties uitgeschakeld voor Nederlands Taalcafé: het was de eerste keer dat ik een normaal gesprek voerde

Nederlands Taalcafé: het was de eerste keer dat ik een normaal gesprek voerde

Elke dinsdagavond vult De Voorkamer zich met mensen die Nederlands willen leren of anderen willen helpen om dit te spreken. Obaida is een van de vaste deelnemers van het taalcafé. ‘Ik kom sinds een jaar bij het taalcafé en ben in die tijd ongeveer 40 keer geweest! Ik spreek nu beter Nederlands dan vroeger door al het oefenen. Ook vind ik het heel gezellig hier!’

Gesprekken voeren staat centraal op de dinsdagavond; het is geen les maar een informele manier van leren. Vanaf 19.30 staat de koffie en thee klaar, en wordt iedereen opgedeeld in groepjes. Om deelnemers handvatten te bieden, wordt er altijd een weekthema bedacht waarover gepraat kan worden. Maar je bent vrij om over eigen onderwerpen te praten. De avond wordt altijd afgesloten met een spel, zoals Ren je rot (is de stelling waar of niet waar), Picitonary (teken het woord en raad) of Wie is het.

Het informele aspect van Nederlands Taalcafé is voor deelnemers heel belangrijk. Rakan vertelt: ‘De eerste keer dat ik naar het Nederlands taalcafé kwam was voor mij ook de eerste keer dat ik met Nederlandse mensen praatte buiten mijn reguliere Nederlandse les. Het was de eerste keer dat ik een normaal gesprek voerde.'

Maar het taalcafé is niet alleen voor nieuwkomers een leuk event, ook de vrijwilligers komen met veel plezier. ‘Wat ik leuk vind is dat ik van tevoren nooit weet hoe de avond eruit zal zien. Of ik bijvoorbeeld met iemand zal praten die bijna beter Nederlands spreekt dan ik, of dat ik juist met een paar mensen zal praten die meer bezig zijn met de basis. Elke keer is het weer anders, die afwisseling vind ik leuk’, aldus Peter.

Vrijwilliger Marion vindt naast het talige aspect en nieuwe mensen ontmoeten deze avond  ook een plek om verrassende verhalen te horen. ‘Ik hoor altijd wel iets wat me verrast, verbaast of laat nadenken. Ik kom altijd met energie terug.’ Zo sprak ze laatst een oudere Syrische man die nog beperkt Nederlands spreekt, ze kregen het over ‘eten’, een geliefd onderwerp voor de man. ‘Met tekeningen en afbeeldingen van Google heeft hij me uitgelegd hoe ik zelf Baba Ganoush maak, wat ik afgelopen weekend gekookt heb. Wat is dat heerlijk!’

Het taalcafé is een hele dynamische groep - naast een aantal vaste deelnemers - doen er ook elke week weer nieuwe mensen mee! Lijkt het je ook leuk om eens langs te komen? Dit kan! Kom vrijblijvend en kijk hoe je het vindt. Wij zetten de koffie vast klaar.

Wat: Nederlands Taalcafé                                                                                                                Wanneer: iedere dinsdagavond 19.30                                                                                              Waar: Kanaalstraat 225

Door: Laura Juurlink

juni 4, 2018 - Reacties uitgeschakeld voor De stem van De Voorkamer: Laura

De stem van De Voorkamer: Laura

Een jonge studerende vrouw die op handworpafstand van De Voorkamer woont, zich bekommert om haar omgeving en graag de rol van gastvrouw op zich neemt. Laura (23) is coördinator van het Nederlands Taalcafé en doet dat met veel enthousiasme. En misschien komt deze rol haar nog wel van pas bij haar werk, want Laura gaat bijna afstuderen. ‘Ik wil graag een mix van beide opleidingen gaan doen, en werken bij een organisatie waar veel ruimte is voor (culturele) diversiteit. Waarschijnlijk vind ik het daarom ook zo leuk om mij in te zetten voor De Voorkamer en ook alvast […]’

Nieuwsgierig naar Laura haar opleiding, haar hobby’s en waar haar liefde voor de natuur vandaan komt? Lees dan snel verder.

Ik fietste eens langs De Voorkamer en kwam het daarna tegen op Facebook, ik besloot uit nieuwsgierigheid eens naar een event te gaan. Mijn eerste kennismaking met De Voorkamer was met een avond Nederlands Taalcafé. Een tijd later ben ik voor ongeveer zes weken Arabisch gaan volgen in de zomer. Op Facebook zag ik daarna een oproep voor vrijwilliger/coördinator voor het Nederlands Taalcafé. Ik vind taal een interessant onderwerp en de taalavond een mooi middel om mensen te ontmoeten en ontmoetingen tussen nieuwkomers en locals uit Utrecht te ontwerpen.

Na mijn studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) in Ede ben ik een premaster en nu een master gaan volgen aan de UU, ik ben twee jaar geleden voor mijn studie in Utrecht komen wonen. Het vrijwilligerswerk dat ik nu bij De Voorkamer doe, heeft een koppeling met mijn studie(s). Ik heb altijd al interesse gehad in culturen en andere mensen ontmoeten. Sommige onderwerpen die tijdens mijn opleiding voorbij komen, doen mij veel denken aan De Voorkamer, zoals migratie en je in een land thuis kunnen voelen.

Mijn eerste opleiding in Ede was vooral hulpverlenend, nu ben ik meer theoretisch bezig om mensen leren te begrijpen. Ook al moet ik eerst nog afstuderen, ik kijk stiekem weleens naar vacatures. Ik wil graag een mix van beide opleidingen gaan doen, en werken bij een organisatie waar veel ruimte is voor (culturele) diversiteit. Waarschijnlijk vind ik het daarom ook zo leuk om mij in te zetten voor De Voorkamer en ook alvast fijn om in de sferen te werken voor later.

Gastvrouw

Een eigenschap die ik waardeer van mezelf komt ook goed van pas bij mijn werk bij De Voorkamer. Ik vind het leuk om gastvrouw te zijn, mensen te ontvangen en te zorgen dat ze aan niets ontbreken. Tijdens het Nederlands Taalcafé ben ik coördinator en verwelkom ik iedereen, zorg ik dat de deelnemers worden ingedeeld in groepjes die eenzelfde taalniveau hebben en worden gekoppeld aan een Nederlandse vrijwilliger.

Ook vind ik het leuk om vrienden bij mij thuis uit te nodigen en voor ze te koken. Dan kies ik een lekker recept uit en doe ik uitgebreid boodschappen. Soms schiet ik ook wel in de stress, ik wil dat alles goed verloopt en als dat dan niet gaat zoals ik hoop dan ben ik bang dat het allemaal mislukt. Ik zeg dan ook altijd tegen mijn gasten dat ze het eerlijk moeten zeggen als ze mijn kookcreatie niet lekker vinden, ‘dan halen we gewoon een patatje’, vervolg ik dan. Gelukkig is het nooit zover gekomen.

Natuur(lijk) knus

Als hobby teken ik graag, ik heb niet echt talent maar vind het ontspannend. Ook met een boek en een kop thee kom ik echt tot ontspanning. Verder luister ik in mijn vrije tijd graag naar muziek in de stad met vrienden. Een wandeling door het bos vind ik ook erg fijn. Meestal ga ik naar Rhijnauwen, met het pannenkoekenhuisje. Eigenlijk ben ik op zoek naar andere bossen in de buurt van Utrecht, tips zijn welkom!

‘Mijn liefde voor de natuur komt denk ik uit mijn jeugd: ik ravotte vaak met mijn broertje en zusje’

Ik denk dat mijn liefde voor het bos uit mijn jeugd komt, bij mijn ouderlijk huis in Zwolle hebben we een mini-bos aan onze tuin grenzen. Daar speelde ik vaak met mijn broertje en zusje. Als oudste -verzon ik vaak iets om te spelen, ik herinner mij nog dat we eens een hele hindernisbaan hadden gemaakt, we waren er uren zoet mee.

Ondanks ik natuur erg waardeer vind ik het erg fijn om nu in een stad te wonen en zeker de wijk Lombok bevalt mij goed. Het is er levendig en altijd wat te zien of te doen; het is hier nooit uitgestorven. De knusheid en gezellige sfeer van de wijk staat mij erg aan. Zo is Lissabon, ik denk wel mijn lievelingsstad, ook zo gezellig en vrolijk door de kleurrijke wijken. De sfeer van een stad is belangrijk, die moet een knus gevoel uitstralen, daarom ben ik heel blij dat ik in Lombok woon. Een aantal jaar geleden heb ik ook even in Lissabon gewoond toen ik daar in een hostel werkte, vandaar ben ik nog steeds een beetje verliefd op die stad.

Van gevoel tot geloof

Van kleine dingen kan ik blij worden. Geluksmomentjes beleef ik bijvoorbeeld als ik met mijn vriend, vrienden of familie ben en echt tijd voor elkaar heb. Dat je op een relaxte manier met elkaar kan kletsen om diepere gesprekken te voeren, maar juist ook kleine, dagelijkse momenten met elkaar te delen. Wat mij ook altijd erg blij maakt is als ik op mijn fiets zit en de zon begint te schijnen. Dat je dan langs parkjes fietst waar mensen relaxen, dan besef ik mij even hoe goed het leven is.

Ik heb niet echt een ochtendritueel, maar mijn streven is dagelijks de Bijbel te lezen. Meestal komt dit op drie dagen in de week uit, tijdens mijn ontbijt met een kop thee erbij. Ik sprak laatst iemand bij De Voorkamer die ook christelijk is en tijdens zijn reis veel aan het geloof heeft gehad. Hij tekent graag mythische figuren die in de Bijbel voorkomen, zodoende dat het geloof ter sprake kwam. Ook als ik weleens met islamitische mensen bij De Voorkamer over geloof praat, is er vaak een wederzijds begrip voor gelovig zijn, dat vind ik mooi.

De mooiste vrijwilligers rol

Ik ben een van de coördinatoren van het Taalcafé op dinsdagavonden. Van te voren zorgen we dat er kaartjes met een (actueel) onderwerp erop beschreven zijn zodat de deelnemers een aanleiding hebben een gesprek te starten. Als coördinator ontvang ik alle deelnemers en vrijwilligers en deel ik ze in groepen op taalniveau in en verdeel ze over de Nederlandssprekende vrijwilligers.

‘We krijgen vaak positieve reacties, maar soms zijn deelnemers ook teleurgesteld dat er niet genoeg vrijwilligers zijn voor een één op één gesprek’

Meestal sluit ik als alles op rolletjes loopt een voor een bij alle tafels aan. Vaak wisselen we ook de begeleiders en de deelnemers op een avond zodat er genoeg te praten valt. Met de een heb je nu eenmaal meer een klik dan met de ander en zo blijft het altijd verrassend. Meestal krijgen we enthousiaste reacties over de avond, maar soms gebeurt het ook dat een deelnemer teleurgesteld is dat er geen ruimte was voor een één op één gesprek. Dit ligt niet aan de fysieke ruimte, maar dat we daar niet altijd genoeg begeleiders voor hebben.

Een vrijwillige begeleider zijn is heel vrijblijvend, als je eens in de drie weken een dinsdagavond tijd hebt voor leuke gesprekken en openstaat om nieuwe mensen te ontmoeten, dan is het Taalcafé misschien wel iets voor jou. Je zit nergens aan vast, dus als je een keer niet kan is er geen man over boord. Kom gezellig langs op dinsdagavond en haal net zoveel voldoening en gezelligheid uit deze avond!

Door: Esther Koeckhoven

mei 21, 2018 - Reacties uitgeschakeld voor De stem van De Voorkamer: Louis Biram

De stem van De Voorkamer: Louis Biram

De man die voor velen als extra vader fungeert, die iedereen te hulp schiet en altijd voor een ander klaar staat. Een man die meedenkt, een echte realist, Louis Biram (55) is als een rots in de branding, zo ook voor De Voorkamer. ‘Ik merk dat ik sneller een vertrouwensband opbouw met mijn cliënten omdat ik ze begrijp en we aan twee woorden genoeg hebben om een situatie of probleem te omschrijven, ik merk dat zij dit prettig vinden. Ik ben blij dat ik anderen goed aanvoel en tussen twee culturen inzit. Deze eigenschap komt overal van pas en ik ben wel trots dat […]’

Nieuwsgierig welke hobby Louis voorheen in de Maarsseveense Plassen uitvoerde? Nieuwsgierig naar zijn mooie herinneringen aan Damascus of misschien zijn bijzondere en indringende droom; lees dan snel verder.

Sinds zes maanden werk ik specifiek voor vluchtelingen, ik heb dit bij de GGZ aangevraagd omdat ik vond dat er niet op de juiste manier werd gehandeld. Er zijn veel barrières onder meer door de taal en door cultuurverschillen. Omdat ik zowel de Nederlandse als Arabische taal ken en ook beide culturen, kan ik als schakel tussen nieuwkomers en hulporganisaties fungeren. Ik kan beide groepen uitleggen hoe het in de andere cultuur werkt en dat sommige dingen nu eenmaal zo zijn in Nederland. Ook vind ik het belangrijk dat we weten wat er onder de nieuwkomers leeft, daarom onderhouden we nauw contact met buurtteams. Ik heb genoeg ideeën hoe we nieuwkomers beter zouden kunnen helpen, maar daar zijn meer werknemers voor nodig. Het punt is dat er gewoon niet genoeg deskundigen zijn die ervaring hebben met deze situatie. Ik kom zelf ook uit Syrië, heb veel meegemaakt waardoor ik mij makkelijk kan identificeren met deze nieuwe groep burgers. Deskundigen die in Nederland een studie hebben gevolgd, alleen Engels als tweede taal spreken, staan toch verder af van nieuwkomers. Ik merk dat ik sneller een vertrouwensband opbouw met mijn cliënten omdat ik ze begrijp en we aan twee woorden genoeg hebben om een situatie of probleem te omschrijven, ik merk dat zij dit prettig vinden.

Van nieuwsgierigheid tot vaste host

Het werk is heel flexibel in het aantal uren dat ik moet werken, ik kan mijn werk voor De Voorkamer combineren. Bij De Voorkamer ben ik samen met Adel Nabelsi host van Arabisch Taalcafé op de maandagavond en van Straffe Koffie, op de woensdagavonden. Via Adel ben ik ook bij De Voorkamer terecht gekomen. Onze moeders zijn bevriend, dus ik kende hem al goed. Hij vertelde vaak over De Voorkamer en over de bijzondere sfeer die er heerst. Uit nieuwsgierigheid, niet eens met het idee om mij in te gaan zetten, bezocht ik eens overdag De Voorkamer, daar was Pim van der Mijl in gesprek, ik geloof met iemand van de gemeente. Na die bespreking sprak ik hem even, maar ik voelde niet de sfeer die Adel aan mij uitlegde. Het was heel anders dan mijn verwachtingen. Later sprak ik nog wat andere jongens die exact hetzelfde enthousiasme overbrachten, daarom besloot ik eens naar een event te gaan. Ik weet niet precies welke dit was, wat ik mij wel herinner is dat ik direct begreep welke sfeer al die jongens bedoelde. Hier sprak ik met Shay Raviv en voelde de verbondenheid met de plek en de mensen. Ik begreep Adel en sindsdien kom ik wekelijks, zo niet dagelijks bij De Voorkamer.

Al snel gaf ik aan bij het team betrokken te willen zijn, om ook hier mijn steentje bij te kunnen dragen als tussenpersoon. Als er misverstanden zijn kunnen die makkelijk opgelost worden als ik beide kanten van een verhaal kenbaar kan maken aan zowel Nederlandse als Syrische mensen. Inmiddels heb ik al geregeld te hulp kunnen schieten om een klein misverstand uit de wereld te hebben door het te bespreken met beide kanten en beiden uit te leggen hoe het voor de ander in elkaar steekt.

Ik zit tussen twee culturen in en voel anderen goed aan, en kan mensen op die manier helpen

Ook door mijn ervaring op mijn werk wil ik mij graag inzetten om de toekomst van nieuwkomers, van individuen zo snel mogelijk in vervulling te laten gaan. Veel Syriërs, maar ook nieuwkomers uit ander landen hadden een baan in hun thuisland. Een beroep die ze hier in Nederland ook graag weer willen uitvoeren, maar door de taal of niet overeenkomende diploma’s wordt dit traject enorm vertraagd. Ik probeer bij te schieten en mogelijkheden te bedenken om dit te versnellen.

Ik ben blij dat ik anderen goed aanvoel en tussen twee culturen inzit. Deze eigenschap komt overal van pas en ik ben wel trots dat ik het kan inzetten. Daarnaast ben ik in het bewaken van grenzen, van mezelf maar ik herken ze ook snel van anderen. Dit in combinatie met goed kunnen luisteren, zorgt ervoor dat ik er echt voor mensen kan zijn.

Vol bruisende ideeën

Niet alleen de twee vaste avonden, maar vaak ben ik ook bij andere evenementen te vinden. Soms om bij te springen en anders als publiek of deelnemer. Ik vind het leuk en belangrijk om verbonden te zijn en kom graag bij De Voorkamer bij events als Samen Zingen, de filmscreenings of bijvoorbeeld On the Spot, de jamsessie. Ik bruis nog van de ideeën voor evenementen. Samen met het team bespreken we alle ideeën om te kijken of ze reëel zijn, of het haalbaar is en wat we ermee bereiken als we het uitvoeren. Soms valt daarmee een idee.

De Voorkamer groeit, zowel in het ledenaantal als in het aantal vrijwilligers. Ook het aantal events en de verscheidenheid van evenementen groeit. Dit is natuurlijk onwijs mooi en als je mij vraagt waar De Voorkamer over vijf jaar staat, dan denk ik wel dat er een grotere locatie is om meer leden te kunnen ontvangen en een nog groter en nog meer divers publiek aan ons te binden. Een stap daarin is de buurt erbij te betrekken. Met de buurtdiners worden buurtbewoners en ondernemers uit Lombok aan onze community verbonden, een mooi initiatief.

Een van mijn hobby’s is lezen, ik lees graag en veel. Fotograferen vind ik ook erg leuk, maar helaas schiet dat er de laatste tijd bij in doordat ik het erg druk heb. Wandelen doe ik ook graag, het liefst door het bos of door de duinen. Ik ben dol op bomen, er is een specifieke boom die mijn favoriet is. Deze boom is de bewaker van mijn geheimen, ik vertel hem alles. Ik neem mijn zoontje ook weleens mee om te wandelen, dan gaan we naar de Maarsseveense Plassen. Hier dook ik vroeger ook graag, maar wegens een te hoge bloeddruk, moet ik deze hobby even uitstellen.

‘Amsterdam is leuk voor een dag. Nergens zijn de mensen zo fijn als in Utrecht: het is veruit de beste stad’

Mijn zoontje vind het erg leuk om op het strand te zijn. Als we samen zijn, stelt hij altijd heel veel vragen: hij wil alles weten. Dat hij zo nieuwsgierig is van aard, en niet zo snel overtuigd is van een simpel en soms afgewimpeld antwoord dat ik hem geef, vind ik een heel goede eigenschap. Ik ben heel blij dat hij zoveel wil weten en leren.

Zelf ben ik ook heel nieuwsgierig aangelegd. Toen ik naar Nederland kwam, 27 jaar geleden, was Utrecht de eerste stad die ik leerde kennen. Zelf bezocht ik veel andere steden in Nederland om erachter te komen hoe de sfeer daar is. Amsterdam en Rotterdam vind ik bijvoorbeeld best leuk, maar voor één dag in het jaar, dan heb ik wel weer genoeg drukte van de stad gezien. Leiden en Arnhem vind ik naast Utrecht ook twee mooie steden. De sfeer is daar goed, maar nergens zijn de mensen zo als in Utrecht. De gebouwen, Oudegracht, de sfeer en dus de mensen zijn zo fijn in Utrecht, daarom is het ook zeker mijn favoriete stad van Nederland.

Toch gaat niets boven Damascus. Er zijn niet genoeg woorden – in welke taal dan ook – om uit te leggen wat Damascus voor mij en vrijwel voor iedereen die ooit in Damascus is geweest, te omschrijven. Het gaat om een heel grote lading positiviteit die er heerst. Om een voorbeeld te geven: ik stond ’s ochtends op met koffie drinken op mijn balkon waar ik muziek van Fairuz draaide en een sigaretje opstak. Ik hoorde de geluiden van buurtkinderen die naar school gingen, buren, vrienden die voorbij liepen en gedag zeiden. Ik hoor nog de zin van een moeder die tegen haar kinderen zegt: ‘Doe voorzichtig’, dit staat in mijn geheugen gegrift en zal ik nooit meer vergeten. Nog steeds zijn koffie en Fairuz vaste prik in de ochtend, dit ritueel zal ik nooit veranderen. Maar wat echt typerend is voor Damascus, is de geur van jasmijn. In heel Syrië is die geur wel bekend, maar Damascus ís de geur van jasmijn. De sfeer, de magie, de energie, alles samen maakt Damascus een bijzondere stad.

Damascusmagie in De Voorkamer

Wat ik heel bijzonder vind, is dat eenzelfde sfeer als die van de combinatie van koffie en Fairuz ook in De Voorkamer heerst. Op zijn eigen manier heeft het iets weg van de positieve sfeer; alsof je thuis in Syrië bent. Onbewust creëren we dat samen. Het gaat vanzelf door dat ene woord, een muziekklank of een gebaar kan ervoor zorgen dat je dat gevoel van thuis in Syrië voelt. Een blikwisseling volgt vaak, zo van jij voelt het ook toch? Er zijn dan geen woorden nodig voor dit mooie moment.

‘De kinderen van nu moeten ook weten wat koffie, Fairuz en jasmijngeur voor magische sfeer brengt’

Waar ik mij heel erg druk om maak, is de situatie in Syrië. Er is al zeven jaar oorlog, maar dat is nog niet eens het grootste probleem, die komt pas daarna, als de oorlog over is. Vier generaties zijn er kwijt door de oorlog, dat kost zeker nog wel honderd jaar voordat het land daarboven op is. Het gaat mij vooral om de jongste generatie, de kinderen van nu. Ik wil mij inzetten om deze kinderen te helpen aan een toekomst, of dat nu hier in Nederland is of in Syrië maakt mij niet uit. Alle Syriërs hier in Nederland hebben het land achter gelaten, hebben daarmee ook de jonge generatie achtergelaten. Alle Syriërs spelen dan ook een rol in het opbouwen van hún toekomst.

Het is mijn droom de problemen die de kinderen aangaan op te lossen. Ik praat met veel organisaties en psychologen om op zoek te gaan naar oplossingen. Mijn vader was politicus in Syrië en zelf was ik ook actief in de politiek, daarom weet ik wanneer de politiek ingezet kan worden om dingen gedaan te krijgen. Maar ik vind het politieke klimaat een vies spelletje en kies er dan ook bewust voor de politiek niet te betrekken bij mijn ideeën. Ik werk alleen samen met organisaties die onafhankelijk zijn en hetzelfde doel voor ogen hebben. De middelen en kennis die we bezitten zetten we in om ons doel te bereiken om een rol te kunnen spelen in het ondersteunen van de toekomst van Syrische kinderen. Kortgezegd is mijn droom om de nieuwe generatie Syriërs de magische sfeer die Damascus heeft terug te geven. Ik wil dat de kinderen van nu weten wat koffie, Fairuz en de geur van jasmijn tot leven brengen.

 

Door: Esther Koeckhoven

mei 7, 2018 - Reacties uitgeschakeld voor De stem van De Voorkamer: Zaynab Qabel

De stem van De Voorkamer: Zaynab Qabel

Deze jonge moeder wordt vaak het zonnetje in huis genoemd, zo ook bij De Voorkamer. Ze is er vaak te vinden en staat er het liefst in de keuken. Dineren aan een tafel vol vrienden is daarop een goed alternatief. Al dat heerlijke eten fietst ze er op de zondagen weer af. ‘Met een groep van 30 mensen van Ga toch lekker fietsen, fietsen we door Nederland. Dit voelt iedere keer weer als een mini-vakantie.’ Naast koken en fietsen heeft Zaynab Qabel (23) nóg een hobby, nieuwsgierig welke dat is? Lees dan snel verder!

Mijn neef vroeg in de zomer van 2017 of ik meeging naar een event in het park, dit bleek van De Voorkamer te zijn. We zaten in de zon en ik raakte aan de praat met onder andere Adel Nabelsi. De sfeer was heel gemoedelijk, we dansten dabke en lagen wat in het gras te kletsen onder een stralende zon. Ik genoot enorm, toch duurde het even voordat ik naar De Voorkamer zelf kwam, maar toen ik ook in het pand aan de Kanaalstraat was geweest, was ik verkocht. Ik kom er graag en zet mij ook met liefde in als vrijwilliger. Ik doe vaak de catering van evenementen, en het dinerevent Turning Tables waarbij een groep deelnemers samen kookt voor iedereen die die avond mee wil eten. En op maandagavond geef ik vaak les tijdens het Arabisch Taalcafé. Het leek mij leuk iets voor een ander te kunnen betekenen door mensen Arabisch te leren, maar het is ook een goede leerschool voor mij. Ik moet namelijk in het Nederlands uitleg geven over de taal, dat is een uitdaging voor mij en ik leer hier veel van.

Ik moet altijd heel hard lachen als een Nederlander vraagt of hij echt wel kan mee-eten, natúúrlijk denk ik dan. Ik maak altijd meer dan genoeg eten

Ik woon in Maarssen bij mijn tante, mijn zoontje woont bij mijn ex-man in Amsterdam. Ieder weekend is mijn 6-jarig zoontje bij mij. Ik heb goed contact met mijn ex en soms gaan we met z’n drietjes iets leuks doen, we zijn laatst naar Madurodam geweest. Toen ik in Syrië met mijn man trouwde, moest ik vaak voor hem en zijn familie koken. Ik heb veel Syrische gerechten geleerd van mijn moeder, we kookten samen voor onze familie. Bij mijn ex-man was juist ik vaak verantwoordelijk voor het eten, dan moest ik ineens voor de hele familie koken. Doordat ik veel gekookt heb, kan ik nu veel Syrische gerechten klaarmaken en heb ik diverse smaken ontwikkeld.

De keuken, mijn beste vriend

Sinds een half jaar vind ik het écht leuk om te koken. Ik ben veel in de keuken te vinden en kijk graag naar kookfilmpjes op Youtube. Als ik mij verdrietig voel of boos ben, dan duik ik de keuken in om iets te maken. Dan bak ik een lekkere taart, of maak ik een Syrisch gerecht klaar. Als ik maar bezig ben om stoom af te kunnen blazen, dus eigenlijk is de keuken mijn beste vriend!

Ik kook graag Syrisch, zo blijven Syrische gewoontes in mijn leven in Nederland dichtbij. Een andere gewoonte is mijn ochtendritueel: ik sta op met koffie en de muziek van Fairuz. En ’s avonds drink ik graag met familie of vrienden die op bezoek zijn samen koffie of thee. Ik heb echt een grote hekel aan alleen eten en probeer dan ook altijd te zorgen dat ik met anderen eet. Een Arabische gewoonte is om altijd genoeg te koken, je houdt er rekening mee dat er iemand op bezoek komt. Nederlandse mensen vragen dan: ‘Kan dat wel, is er dan wel genoeg eten?’. Daar moet ik altijd heel  hard om lachen, natuurlijk is er genoeg eten. Hallo, ik ben een Syrische hè, dan is er altijd genoeg eten klaargemaakt.

Van Friese fietstocht tot swingende queen

Naast koken heb ik nog een andere nieuwe hobby ontwikkeld, een typisch Hollandse. Om de week op zondag fiets ik met de groep van Ga toch lekker fietsen. Uiteindelijk fietsen wij op 20 mei naar Friesland, in totaal is dit 235 kilometer. Ik heb mij hiervoor opgegeven omdat het me leuk leek Nederland op de fiets te ontdekken, daarnaast leek het mij een leuke uitdaging. Eerst geloofden mijn vrienden niet dat ik dit echt ging doen, en dat ik het vol zou houden. Ik vind het erg leuk omdat het iedere training als mini-vakantie voelt. Je fietst naast een groepsgenootje en wisselt na een tijde weer van fietsbuddy, zo spreek je veel mensen. Naast nieuwe plekken leer ik dus ook nieuwe mensen kennen. De groep bestaat uit 30 mensen waarvan 15 nieuwkomers. Ik heb zin in de eindtocht, het zal zwaar worden, maar dat is het zeker waard.

‘Ik was vijf uur lang niet van de dansvloer af te slaan’

Een ander hobby is dansen. Als ik dans, vergeet ik alles; ik kan alles loslaten en helemaal opgaan in het moment. Zelfs als ik mij ervoor verdrietig voelde, wordt ik altijd blij van dansen. Ik ben positief ingesteld en de levensvreugde worden versterkt als ik dans, met een glimlach op mijn gezicht ga ik dan helemaal los. De avonden van de Stichting Dreaming of Syria vind ik te gek, we dansen dabke op Arabische muziek, er zijn artiesten uit het Midden-Oosten en de hele sfeer is Syrisch. Mijn eerste dabkeavond was een jaar geleden, ik was meteen onder de indruk. Ik vond het zo ontzettend fijn, ik was vijf uur lang niet van de dansvloer af te slaan. Oprichter Tamer Alalloush vroeg mij: ben je niet moe? Maar ik kreeg zóveel energie van het feest, dat ik geen vermoeidheid voelde. Mijn neef Khaled Alhouz vroeg of ik weer mee ging naar de volgende editie in Leiden. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, want natuurlijk wilde ik mee. Na die tweede avond vroegen Tamer Alalloush en Iris Loos of ik in hun team wilde omdat ze vonden dat ik zoveel energie uitstraalde. Tamer zei: ‘Je hebt zoveel energie om te dansen, die spirit willen wij in ons team’. En Iris noemt mij altijd de queen van de groep, dat vind ik zo leuk. Ik help met het organiseren van de events en bij dabkeworkshops.

Businessvrouw in Utrecht

De mooiste dag uit mijn leven is de dag dat mijn zoontje werd geboren. Ik voelde mij meteen moeder, ik was heel moe na de bevalling maar wilde niet slapen; ik wilde de hele tijd bij mijn zoontje blijven. Voor hem was ik heel blij dat ik samen met hem en mijn ex naar Nederland ben gekomen. We gingen samen een nieuw leven tegemoet, maar in Nederland groeiden we uit elkaar. In Syrië had ik meteen weer moeten trouwen na mijn scheiding, hier ben ik daarin vrij. Ik ben blij dat ik in Nederland de kans heb om te studeren. Het is mijn droom om businessvrouw te worden. Ik zou na mijn taalcursus graag een studie Accountancy doen. Ik wil graag zelfstandig zijn, mijn eigen huisje of appartement hebben.

Ondanks ik Damascus een heel mooie stad vind, wil ik graag in Nederland blijven wonen en mijn leven heir verder opbouwen. Wel wil ik graag terug naar Damascus, ook om familie op te zoeken. Wat Damascus en Utrecht gemeen hebben is dat ze beide mooie, oude gebouwen hebben in het centrum. De sfeer in de stad Utrecht is goed, net als ik de sfeer in Damascus fijn vind; Ik herinner mij nog goed dat ik ’s avonds als het donker was en de stad werd verlicht met mijn ex-man romantische plekken bezocht. En een speciale plek in Utrecht? Dat is voor mij toch echt De Voorkamer. Ik kom er graag, of ik nu verdrietig ben en omringd wil worden door lieve mensen, of juist als ik heel vrolijk ben: dit is mijn nieuwe speciale plek.

 

Door: Esther Koeckhoven

april 30, 2018 - Reacties uitgeschakeld voor Arabisch Taalcafé: een gezellige avond waarbij je altijd wel iets leert

Arabisch Taalcafé: een gezellige avond waarbij je altijd wel iets leert

Met een glaasje koffie in hun hand nemen de taalcoaches plaats aan de tafels. Her en der komen notitieboeken tevoorschijn, de deelnemers zitten. Elise heeft een echt taalboek bij zich: ‘Ik wil graag goed leren schrijven. Ik heb ook een officiële leraar die mij dit boek aanraadde.’

Het is maandagavond, tijd voor het Arabisch Taalcafé, waarbij de rollen zijn omgedraaid: Syriërs die Arabische les geven. Iedereen – of je nu een beginneling of (redelijk) gevorderde bent – is welkom om te leren, óf om les te geven. Niet alleen het niveau, ook de beweegredenen van de deelnemers verschillen.

‘Ik ga voor zes maanden naar Kobani, Noord-Syrië, voor mijn werk. Ik ben psycholoog en werk mee aan een mental project. Dit is mijn tweede keer Arabisch Taalcafé. Ik wil graag wat standaard zinnen over kennismaking leren’, vertelt Hanneke. Naast werk is ook culturele interesse en de taal van je vrienden leren spreken een reden voor deelnemers.

Zohreh is Iraans, spreekt en schrijft Farsi. ‘In Farsi hebben we vier letters meer, maar voor de rest lijkt het wel op elkaar. Ik studeer Genderstudies aan de UU en ben geïnteresseerd in het Midden-Oosten en wil daarom ook Arabisch kunnen. Dit is mijn tweede keer taalcafé en zeker nog niet de laatste.’

Dorst van het enthousiasme

Er wordt serieus geleerd, maar een plaspauze komt er nog net door. Coach Hamzeh kijkt in zijn lege kopje. ‘Door al dat praten ben ik zo dorstig. Ik ben sinds januari coach, ik vind het leuk om iets terug te doen voor de bewoners van Utrecht. Ik vind het leuk dat ik iedere week weer nieuwe gezichten zie.’ Aan de tafel van Hamzeh klinken alle soorten ‘r’en’. De Arabische ‘r’ dat wordt uitgesproken als de Franse ‘r’ van ‘Rinja’ ofwel Guinea.

Host Louis vertelt dat er vaak serieus wordt geleerd en gelachen tegelijk. Er ligt geen druk op dat je moet leren, maar dat is wel het doel van de avond. Dat beaamt Eluna: ‘Het maakt niet uit of je tien fouten maakt en niks leert, maar eigenlijk leer je altijd wel iets. Het probleem is vaak dat je niet alles kunt.’

De avond wordt altijd gezamenlijk afgesloten met een spelletje, wat tot een hoop hilariteit leidt. Vanavond wordt het spel ‘Ik ga op reis en neem mee’ gespeeld, maar dan in het Arabisch. Dus stel je maar voor… Tip: niet op reis gaan en lekker in Utrecht blijven!

Nieuwsgierig naar het Arabisch Taalcafé, maar klinkt koudwatervrees jou bekend in de oren? Door bovenstaand artikeltje over een gezellige avond waarbij je altijd wel iets leert, vast niet meer. Hosts Adel Nabelsi en Louis Biram verzorgen deze avond, kom je ook?

Wanneer: iedere maandagavond
Tijd: 19.00-21.00
Waar: Kanaalstraat 225

 

Door: Esther Koeckhoven